De improvisatie van La Chana –interview

Film over bewogen leven van flamenco diva

La Chana improviseert. En niet alleen in flamenco: ook haar leven heeft ze zonder script geleid. Met als meest recente nieuwe wending: de interesse van de jonge filmmaakster Lucija Stojevic voor haar levensverhaal. De documentaire ‘La Chana’ (Idfa Publieksprijs) staat aan de vooravond van een nationale release in Nederland en België. Het Amsterdam Spanish Film Festival nodigde de markante flamencopersoonlijkheid uit om aanstaande woensdag 31 mei aanwezig te zijn bij de viewing in het Tuschinski theater. Ze zal dan ook een korte performance geven. Let op: dit is een archief artikel.
Tekst ©Ginette Lavell

Ik verdwijn naar een plek…ik kom van een reis. Ik weet niet waar naar toe, maar ik weet dat er een plek is. De plek van de improvisatie is daar waar je jezelf helemaal leeg hebt gemaakt. Je bent losgekoppeld van jezelf. Je moet de waarheid geven, dat is de diepte van flamenco van binnen.”
La Chana vertelt op de Catalaanse tv waar ze ‘is’ als ze danst. (Terrícoles, 9 jan 2017)

Het Amsterdam Spanish Film Festival is uw tweede bezoek in korte tijd, na Idfa, aan Nederland. Hoe is het voor u om weer in Nederland te zijn?

Ik verheug me erg op het Amsterdam Spanish Film Festival. Mijn gezondheid is niet sterk en ik heb voor veel dingen ‘nee’ gezegd, maar optreden in Tuschinski lijkt me geweldig. Idfa was al een droom die werkelijkheid werd. Het maken van de film heeft bij mij weer dingen boven gebracht uit het verleden, de reden waarom ik moest stoppen met dansen, waarom ik me vergeten voelde. Maar het is allemaal uiteindelijk ergens goed voor geweest. Idfa was al overweldigend. Zoveel liefde te voelen, mensen die naar mij keken, emotioneel werden, me aan wilden raken, met al dat applaus: het was niet iets wat ik verwacht had.
Toen we de film aan het maken waren, dacht ik nog dat het een een simpel verslag zou zijn. Maar het heeft mijn leven veranderd. Ik had nooit gedacht naar een festival te gaan en nog minder om een prijs te winnen. Dat was een grote verrassing, de grootste van mijn leven. Het heeft me erg goed gedaan.

U komt uit Barcelona. Is er een verschil tussen Catalaanse flamenco en Andalusische flamenco?

Catalonië heeft grote internationaal beroemde danseressen voortgebracht: Carmen Amaya, La Singla, La Changa, Flora Albaicín, María Márquez en nog veel meer…. En grote zangers en zangeressen als Miguel Poveda en Mayte Martín. En dan heb je natuurlijk mijn vriend en zielsverwant Peret, voor altijd ‘El Rey de la Rumba’. Maar de rumba is geen palo jondo (diepe flamencostijl). Andalucia is de moeder, maar daarna heb je plekken als Barcelona waar je veel en goede flamenco hebt.

Is nationaliteit belangrijk om flamenco te kunnen begrijpen?

Voor flamenco maakt het niet uit waar je vandaan komt. Uit ieder deel van de wereld kan een flamencoartiest komen, ook uit Japan. Maar… het moet wel uit jezelf komen. Je kan veel leren, maar je moet het wel in je hebben.

La Chana op Amsterdam Spanish Film Festival –  foto Ginette Lavell

En afkomst? Is flamenco iets wat eigenlijk alleen zigeuners kunnen vertolken of leren?

Flamenco wordt over de hele wereld gedanst… een grote zanger, danser of gitarist kan overal geboren zijn. Maar al het door een zigeuner vertolkt wordt, krijg je een extra laag mee. Wanneer een zigeuner ‘ay’ zingt in een Soléa, raakt het je in je ziel. In de geest, in het diepste van je zijn. Als een zigeunerin danst, doet zij dat met zoveel gevoel en je meegedragen wordt in de tijd en in de geschiedenis en de pijn van dit onderdrukte volk. Er valt veel te leren in flamenco, en dat kan ook heel goed van iemand zonder zigeunerachtergrond: de timing, het compás, de houding. Maar… de spiritualiteit is net zo belangrijk. Het is de ziel die het écht maakt. Dat is de oorsprong van de golpe (stamp), die beweging, die blik. Alleen met die bevlogenheid geef je leven aan flamenco en komt het over. Wanneer een zigeuner het podium betreedt, is dat puur een authentiek. Daar wil ik niet mee zeggen dat anderen dat niet zijn. Maar met alleen virtuositeit kom je er niet. Het moet echt van binnen komen.

Flamenco maakt als kunstvorm een grote ontwikkeling door. Er wordt veel geëxperimenteerd, onder meer door de danseres Rocío Molina waar u afgelopen jaar gastartiest was tijdens het Bienal Flamenco de Sevilla. Wat vindt u van de experimenten in flamenco? Zoals bijvoorbeeld een man in een bata de cola (flamencojurk)?

Rocío Molína danst met haar hart, ik zie haar als klein meisje dat de wereld met verwondering in kijkt. Ze was heel lief voor me en ik beschouw haar bijna als een kleindochter. Maar een man die een bata de cola aantrekt, sorry: dat vind ik geen goed idee. Je kan moderne dingen doen, maar vergeet niet dat bomen wortels hebben. En de wortels komen uit het diepste van de aarde. We hebben het over flamenco. En flamenco is flamenco. Een man in een bata de cola zie ik als iets vrouwelijks. Ik snap dat een vrouw een broek aantrekt als ze met veel kracht danst, zoals Carmen Amaya dat deed, maar niet dat een man een bata de cola aantrekt… Ik wil niemand beledigen. Maar ik snap het niet, ik ben oud. Of ik voel het niet. Flamenco heeft de een diepte die er moet zijn, een oorsprong die je niet mag vergeten.

Win vrijkaarten voor de film La Chana! klik op foto hieronder
Archief artikel: deze actie is verlopen.

Heeft u favoriete hedendaagse flamencoartiesten?

Ik ben thuis en maak mijn stoofpotjes, bid tot god en kijk of luister weinig hedendaagse flamenco. Het is niet dat het me niet interesseert, maar ik ben gewoon niet goed op de hoogte. Antonio Campos zong voor mij op de Bienal de Sevilla, dat vond ik mooi….Volgens mij is er in zang niet veel veranderd. Het oude is behouden gebleven ook al worden teksten gemoderniseerd. In zang geniet ik van van waar ik naar luister. En gitaar ook. Ook Paco de Lucia toen hij nog leefde en Tomatito natuurlijk, zij zijn niet hun wortels vergeten.
Maar in dans zie je dat veel gemoderniseerd is. Ik zie veel kracht en veel snelheid wat me verrast, maar we moeten niet vergeten dat dans levend moet zijn, met een ziel. Er zijn danseressen als Eva Yerbabuena en Manuela Carrasco die de oorsprong bewaren. Rocio Molina, die als een kleindochter voelt, is veel moderner. Zij is een meisje met veel trouw en kracht. Maar vandaag de dag ben ik huisvrouw en niet up to date met de moderniteiten.

Wat maakt flamenco tot úw taal om u in uit te drukken?

Flamenco is de meest universele taal waarmee een zigeuner zich kan uiten. Omdat het authentiek is, met gevoelens, het is het leven zelf, het is heel groot en het omvat alles. Flamenco zijn alle gevoelens: er is zachtheid, liefde, protest, kwaadheid, gevoeligheid.

Wat heeft flamenco u gegeven?

Flamenco heeft me alles gegeven. Het heeft me leven gegeven en de dromen die ik had als kind. Het heeft me het leven gegegeven, omdat toen ik flamenco danste op het podium, dat het enige moment was dat ik vrij was.

De film over uw leven wordt over de hele wereld vertoond. Wat hoopt u dat de kijkers bij zal blijven?

Ik hoop dat het hen de waarheid geeft. Over een vrouw die haar man moest gehoorzamen in de oude tijden in Spanje. Een vrouw die overgeleverd was aan de genade van haar man. Een vrouw die geen rancune met zich draagt. Een vrouw die lief heeft en houdt van mensen, ze in de ogen kijkt met liefde en bescheidenheid. Een eenvoudige vrouw, een huisvrouw, die één grote waarheid had en dat was haar dans. Dat ze die dans moest opofferen… Maar: alles is goed als het een goed einde heeft. Nu ben ik gelukkig met mijn dochter Nuri, mijn kleinzoon Moisés, mijn schoonzoon Salva en mijn huidige man Félix. Ik voel me zoals ik me nog nooit gevoeld heb: geliefd en gerespecteerd. Al die liefde verzamelt zich in de ziel en wanneer de ziel groeit, kan je de liefde terug geven.

Heeft u een boodschap voor mensen die nu flamenco studeren?

Ja: stop al je zintuigen erin. Het is een offer van je ziel, je zaligheid en je lichaam. Doe het met alles wat je hebt. Als je eenmaal de goede houding en timing door hebt van dans, dan is het die toewijding die het levend maakt: dat wat in je ziel zit. En dat geldt niet alleen voor flamenco. Doe je werk en wees moedig. Zorg dat je in staat bent te improviseren. Als iemand dapper is en het durft te laten zien, echt voelt wat hij doet, dan wordt de improvisatie geboren. En dat is het mooiste wat er bestaat. Welke kunst je ook beoefent, je begint altijd jouw eigen ik en je inzet om iets groots, speciaals en unieks te creëren.

En voor vrouwen die geen vrijheid kennen?

De wereld gaat vooruit. Er zijn nieuwe wetten. In het oude Spanje mochten vrouwen niet eens stemmen: schandalig! Man en vrouw: we zijn gemaakt door god. En god zegt dat de man voor de vrouw moet zorgen en van haar moet houden. Niet haar baas zijn. Er zijn landen waar ze verschrikkelijke dingen doen, meisjes van 10 dwingen te trouwen, ze verkopen, ze bedekken. De vrouw heeft een ziel, ze is een menselijk wezen. De vrouw is de moeder van de mensheid, zonder haar bestaat er niets. Gelijk aan de man heeft zij haar taken. Man en vrouw complementeren elkaar. In Europa hebben we een grote ontwikkeling doorgemaakt, vrouwen hebben belangrijke banen. Maar er zijn nog veel landen waarin de vrouw onderschikt is aan de man. En dat is verschrikkelijk, een misdaad waar iets tegen gedaan moet worden, tegen zoveel pijn en leed bij vrouwen. Uiteindelijk zal god aan iedereen de rekening presenteren voor wat hij in heeft gedaan.

Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF)

Let op: dit is een archief artikel
30 mei – 4 juni 2017 op verschillende locaties met 2 flamencofilms:

La Chana (met optreden): Tuschinsky 1, woensdag 31 mei 21.00 uur.
Omega (met optreden): Bimhuis, zondag 4 juni 16.30 uur.
Bekijk de voorstellingsinformatie in de Live Flamenco agenda, of check de festivalwebsite.

Vanaf 1 juni is La Chana in Nederland en België te zien. Bekijk hieronder in welke theaters.

La Chana (film)

Antonia Santiago Amador ‘La Chana’ (Barcelona, 1946)
Autodidact flamencodanseres. Ze leerde zichzelf flamencoritmes van wat ze op de radio hoorde en oefende stiekem voetenwerk buiten zicht van haar vader die flamencodans ongepast vond voor meisjes. Het heeft lang geduurd voordat geaccepteerd werd dat ook vrouwen zich waagden aan het virtuoze voetenwerk dat flamenco zo kenmerkt. Carmen Amaya (tevens Catalaans) was begin twintigste eeuw een van de baanbrekende danseressen op dat vlak. De lichtere ‘flamenco achtige’ dansen als rumba catalana werden wel volop door vrouwen gedanst op familiefeesten en partijen.
La Chana’s oom ‘El Chano’ was succesvol flamencogitarist en kreeg het voor elkaar dat zijn nichtje vanaf haar vijftiende mee mocht het podium op. Haar talent en explosieve expressie bleek al gauw evident. Ze maakte een bloeiperiode door in de jaren zestig en zeventig, waarbij ze onder meer uitgenodigd werd voor de film The Bobo (1967) van Peter Sellers. Plotseling verdween ze van het podium door een jaloerse echtgenoot die haar mishandelde en haar verbood te dansen. Uiteindelijk scheidde ze van hem en maakte ze in de jaren 80 een korte come-back. Haar ster leek uitgedoofd tot ze een paar jaar geleden het podium weer betrad op geheel eigen wijze. Ze kan niet meer goed lopen, en nu danst ze zittend en laat ze horen waar het haar altijd om ging: het ritme en de improvisatie. Eind 2016 was ze gastartieste bij de zeer experimentele en succesvolle danseres  Rocio Molina die tijdens het Bienal Flamenco de Sevilla een improvisatieperformance gaf. November 2016 ging ‘La Chana’ in premiere, de documentaire over haar leven. De film won de Idfa Publieksprijs, was te zien op de Nederlandse Flamenco Biënnale en wordt nu wereldwijd in vertoond.